De eer met bijhorende lofbetuigingen gaan deze maand zonder twijfel naar een knelpuntberoep: de post-wo-man. N.v.d.r. deze schrijfwijze moet het evenwicht tussen de geslachten bewaren.
Net als bij ons is het enige waar deze nederige logistieke werknemer trots op kan zijn het uniform dat hij/zij draagt. En hier werkt men echt hip met een flashy bril of een iPod/MP3-speler. Op alle andere vlakken is de post-wo-man eigenlijk te beklagen: dag na dag, door weer en wind, van deur tot deur gaan, geladen met een 15kg-zware zak over één schouder. En toch brengt de post-wo-man zoveel vreugde en plezier.
Door het raam kijk ik reikhalzend uit naar zijn/haar komst. En rond de middag is het dan zover, de post-wo-man deelt gul zijn/haar vracht uit. Zal er iets voor ons bij zijn? De post-wo-man draagt eigenlijk ook grotendeels bij tot de dagelijkse ochtendlijke lichaamsbeweging. Want soms heb je de post-wo-man niet gezien of is er gewoonweg geen post, en loop je dus enkele keren de trap op en af om het postbakje te checken. Verder staat de ere-titel van de maand voor de post-wo-man ook symbool voor al de post van de overkant van de Atlantische Oceaan. Post die ongeveer een week onderweg is voor ons te verblijden. Een bloemlezing: verjaardagskaartjes voor Halloween, fanmail uit Koksijde met de laatste nieuwtjes uit België, eindejaarspost en zelfs brieven van onze Gentse buren. En daarnaast gift-pakjes uit België, Zwitserland en zelfs uit India, of een pakket van het moederbedrijf! Maar het jaar is nog lang, wie weet wat er nog allemaal uit de bus komt...
Maar het doorslaggevende element voor het toekennen van de Employee of the Month aan de post-wo-man is dat we daardoor onze eerste integratie in het Canadese leven konden realiseren, namelijk een bibliotheek-kaart. Een brief met onze naam, ons Canadees adres én een poststempel, stelde ons in staat aan te tonen dat we hier ook daadwerkelijk zijn. Het was het enige geldige officiële document dat we konden voorleggen aangezien door de onderverhuur alle rekeningen op naam van de eigenares blijven.
maandag 31 december 2007
dinsdag 25 december 2007
Fait-d'hiver: Mont-Trembant and Montréal
Na afsluiting van het boekjaar kon een eindejaarsuitstap ME niet ontbreken. Bij Travelimbo NV werd een reis geboekt met als centraal thema "3x Mont".
De eerste stop was Mont-Tremblant. Deze naam vindt zijn oorsprong bij de Algonquin-indianen en de "Manitou, de geest van de natuur, die de bergen kan doen bewegen" en wordt meermaals gebruikt, ter verduidelijking:
- de berg Mont-Tremblant (968m): de hoogste berg van de Laurentiden en tevens een skigebied dat op Nr 8 staat gerangschikt in de wereldranglijst.
- Parc de Mont-Tremblant: het eerste Provinciale Park van Québec (1895) met een rijke fauna en flora.
- Village de Mont-Tremblant: het dorp met onze jeugdherberg dat 4km verderop ligt.
- Ville de Mont-Tremblant: een samenvoeging van een aantal gemeenschappen in de streek sinds 2000. Dus ga er niet naar op zoek...
We vonden er vooral de wintersport. We gingen sneeuwschoenen en langlaufen in Domaine Saint-Bernard. De vogeltjes in dat prachtige domein zijn zo tam, of is het zo aggressief, dat ze op jou komen zitten. En natuurlijk hebben we "de bevende berg" met de skis bedwongen. En tot slot genoten we van een deugdoende kuur in Le Spa Scandinave inclusief een duik in de Rivière du Diable. Voor de ijsberen: het water is 2°C en je moet uitkijken voor de voorbijdrijvende ijsschotsen.
Anderzijds vierden we er ook Kerst. En ja hoor, onze Marketing & Sales Manager was er ook, maar hier noemen ze hem Papa Noël. Werd je nummertje getrokken, dan koos je een cadeautje en moest je even op de schoot zitten. Was je er echter niet blij, dan kon je het ruilen door het geschenk te stelen van een ander die al geweest was. Ik kan ervan meespreken... Hoe dan ook, het was een warme en gezellige avond bij een familie die een wereld op zich is.
Vervolgens gingen we naar Montréal. De naam van deze grootste Franstalige metropool van het Amerikaanse continent is afgeleid van de berg Mont Royal die het eiland waarop deze stad zich bevindt, domineert. Ons bezoek aan dit "Parijs van Noord-Amerika" kan je in volgend historisch perspectief zien.
Stadstichting en groei (1642)
Jean Cartier was de eerste Europeaan die tot hier geraakte. Maar het indiaans dorp Hochelaga was verdwenen toen Samuel de Champlain er ruim 70 jaar later terugkeerde, hoe dan ook vanaf dan zijn de Fransen gebleven en is de handelspost uitgegroeid tot de huidige stad. De overblijfselen van de eerste nederzetting zijn we gaan bezoeken in Pointe-à-Callière, Musée de l'Archéologie et d'Histoire de Montréal. Een mijlpaal was ook het vredesverdrag van 1701 dat de indianen met hun totems ondertekenden. En we hoorden het echte en wrede Sinterklaasverhaal vertellen, je weet wel van de slager die kinderen in mootjes hakt om hun vlees te verkopen, tot St-Niklaas ze mirakuleus weer tot leven wekt....
Het zogenaamde Vieux-Montréal is vooral mooi met de avondverlichting: de oude haven met de klokkentoren à la Big Ben en de oude straten en huizen, de basiliek Nôtre-Dame de Montréal, de kapel Nôtre-Dame-de-Bon-Secours en de Marché Bonsecours, het stadhuis met de Nelson-zuil en ga zo maar door.
The golden years
De toenmalige burgemeester Jean Drapeau wist de Wereldtentoonstelling van 1967 en Olympische Spelen van 1976 naar de stad te halen. Overal zijn de architecturale getuigen van deze glorietijd terug te vinden.
Op twee eilanden in de Saint Lawrencerivier, het Île Sainte-Hélène en Île Notre-Dame, en de Jetée Mackay vond 40 jaar geleden de Expo67 plaats. Klik op de link als je het wil herbeleven!
De Habitat 67 was toen een thema-paviljoen en is nu een exclusief woongebied.
De Biosphère van Richard "Bucky" Buckminster Fuller was dan weer het Amerikaanse Paviljoen. De geodetische koepel is misschien zijn meest visuele idee, maar wat zeg je van zijn "Dymaxion Wereldkaart" die de continenten met minder vervorming toont dan de Mercatorprojectie? Aansluitend bij zijn visies van energiezuinig en ecologisch wonen, was de tentoonstelling in het Centre Canadien d'Architecture over wonen na de energiecrisis van de jaren 70, "nil nove sub sole" kan je zeggen. En tot slot bezochten we ook een oud fort met het Stewart-museum over de geschiedenis van Canada.
Nabij het Olympisch stadion zijn er ook veel bezienswaardigheden. De 169 meter hoge schuine toren was pas in 1987 klaar. Maar hij staat dan ook veel schuiner dan deze in Pisa! Vooreerst heb je er de Biodôme de Montréal, een ecologisch museum waar vier ecosystemen worden nagebootst: tropisch regenwoud, poolstreken, bossen in Québec en het maritieme ecosysteem van de Saint Lawrencerivier.
met zijn vier klimaatzones. Vooral de lynx en de duikende en onderwaterzwemmende vogels waren fantastisch.
Het Insectarium heeft het dan weer over de echte wereldheersers. Mieren liepen met voedsel over een takkenbrug naar hun nest, echt indrukwekkend. Reusachtige kevers, harige spinnen en dodelijke schorpioenen bekijken en naar wandelende takken zoeken, kan je er ook doen.
De Jardin botanique de Montréal, een botanische tuin in de winter bezoeken is de ondergesneeuwde Chinese en Japanse tuin overslaan en je beperken tot de serres. Maar onze Bénévole-gids boeit ons met weetjes over begonia, bonsai en Belgisch koningshuis... Wist je dat men hier de grootste kleine-boompjescollectie buiten China heeft?
Montréal anno 2007
Montréal noemt men soms “twee steden in één” omwille van de ondergrondse stad (La ville souterraine). Dit is een enorm complex van ondergrondse hallen en tunnels onder het centrum, die met elkaar verbonden zijn. We hebben eens gepoogd om een volledig traject zonder buiten te komen af te leggen... en het is een echt doolhof!
Ook door het Quartier chinois (China Town) langs de Rue de La Gauchetière met de typische Chinese poorten en door het Quartier Latin rondom de Rue Saint-Denis hebben we eventjes gedwaald. Maar voor de terassen zullen we tot de zomer moeten wachten.
Een ander bekend begrip waarmee Montréal geassocieerd wordt, is het befaamde Cirque du Soleil. We vergaapten ons aan de spectaculaire en prijzige show Saltimbanco.
Daarnaast zijn er natuurlijk de vele musea die eindigen met "de Montréal". Om nog enkele interessante zaken te vernoemen: een klimaatrampenspel in het Centre des sciences, inuïtkunst en kerstbomen in het Musée des Beaux-Arts , Vik Muniz in het Musée d'Art Contemporain.
Het laatste thema voor het eindejaar was Montignaccen, d.w.z. je mag eten zonder op de caloriën te letten, maar wel op wanneer je wat eet. Niet gebonden door het prinicipe van die eet en die eet niet, bezochten we in Montréal verschillende culinaire plekken. Noedels met stokjes in de U&Me, vegetarisch per gewicht in Le Comensal, versgebrouwen bier, toast en salade in Les 3 Brasseurs, Mexicaans in Tres Amigos met mojito en burrito en tenslotte heerlijke en originele chocolade spijs en drank in Juliette&Chocolat.
De eerste stop was Mont-Tremblant. Deze naam vindt zijn oorsprong bij de Algonquin-indianen en de "Manitou, de geest van de natuur, die de bergen kan doen bewegen" en wordt meermaals gebruikt, ter verduidelijking:
- de berg Mont-Tremblant (968m): de hoogste berg van de Laurentiden en tevens een skigebied dat op Nr 8 staat gerangschikt in de wereldranglijst.
- Parc de Mont-Tremblant: het eerste Provinciale Park van Québec (1895) met een rijke fauna en flora.
- Village de Mont-Tremblant: het dorp met onze jeugdherberg dat 4km verderop ligt.
- Ville de Mont-Tremblant: een samenvoeging van een aantal gemeenschappen in de streek sinds 2000. Dus ga er niet naar op zoek...
We vonden er vooral de wintersport. We gingen sneeuwschoenen en langlaufen in Domaine Saint-Bernard. De vogeltjes in dat prachtige domein zijn zo tam, of is het zo aggressief, dat ze op jou komen zitten. En natuurlijk hebben we "de bevende berg" met de skis bedwongen. En tot slot genoten we van een deugdoende kuur in Le Spa Scandinave inclusief een duik in de Rivière du Diable. Voor de ijsberen: het water is 2°C en je moet uitkijken voor de voorbijdrijvende ijsschotsen.
Vervolgens gingen we naar Montréal. De naam van deze grootste Franstalige metropool van het Amerikaanse continent is afgeleid van de berg Mont Royal die het eiland waarop deze stad zich bevindt, domineert. Ons bezoek aan dit "Parijs van Noord-Amerika" kan je in volgend historisch perspectief zien.
Stadstichting en groei (1642)
Jean Cartier was de eerste Europeaan die tot hier geraakte. Maar het indiaans dorp Hochelaga was verdwenen toen Samuel de Champlain er ruim 70 jaar later terugkeerde, hoe dan ook vanaf dan zijn de Fransen gebleven en is de handelspost uitgegroeid tot de huidige stad. De overblijfselen van de eerste nederzetting zijn we gaan bezoeken in Pointe-à-Callière, Musée de l'Archéologie et d'Histoire de Montréal. Een mijlpaal was ook het vredesverdrag van 1701 dat de indianen met hun totems ondertekenden. En we hoorden het echte en wrede Sinterklaasverhaal vertellen, je weet wel van de slager die kinderen in mootjes hakt om hun vlees te verkopen, tot St-Niklaas ze mirakuleus weer tot leven wekt....
The golden years
De toenmalige burgemeester Jean Drapeau wist de Wereldtentoonstelling van 1967 en Olympische Spelen van 1976 naar de stad te halen. Overal zijn de architecturale getuigen van deze glorietijd terug te vinden.
Op twee eilanden in de Saint Lawrencerivier, het Île Sainte-Hélène en Île Notre-Dame, en de Jetée Mackay vond 40 jaar geleden de Expo67 plaats. Klik op de link als je het wil herbeleven!
De Habitat 67 was toen een thema-paviljoen en is nu een exclusief woongebied.
Nabij het Olympisch stadion zijn er ook veel bezienswaardigheden. De 169 meter hoge schuine toren was pas in 1987 klaar. Maar hij staat dan ook veel schuiner dan deze in Pisa! Vooreerst heb je er de Biodôme de Montréal, een ecologisch museum waar vier ecosystemen worden nagebootst: tropisch regenwoud, poolstreken, bossen in Québec en het maritieme ecosysteem van de Saint Lawrencerivier.
met zijn vier klimaatzones. Vooral de lynx en de duikende en onderwaterzwemmende vogels waren fantastisch.
Montréal anno 2007
Montréal noemt men soms “twee steden in één” omwille van de ondergrondse stad (La ville souterraine). Dit is een enorm complex van ondergrondse hallen en tunnels onder het centrum, die met elkaar verbonden zijn. We hebben eens gepoogd om een volledig traject zonder buiten te komen af te leggen... en het is een echt doolhof!
Ook door het Quartier chinois (China Town) langs de Rue de La Gauchetière met de typische Chinese poorten en door het Quartier Latin rondom de Rue Saint-Denis hebben we eventjes gedwaald. Maar voor de terassen zullen we tot de zomer moeten wachten.
Een ander bekend begrip waarmee Montréal geassocieerd wordt, is het befaamde Cirque du Soleil. We vergaapten ons aan de spectaculaire en prijzige show Saltimbanco.
Daarnaast zijn er natuurlijk de vele musea die eindigen met "de Montréal". Om nog enkele interessante zaken te vernoemen: een klimaatrampenspel in het Centre des sciences, inuïtkunst en kerstbomen in het Musée des Beaux-Arts , Vik Muniz in het Musée d'Art Contemporain.
Het laatste thema voor het eindejaar was Montignaccen, d.w.z. je mag eten zonder op de caloriën te letten, maar wel op wanneer je wat eet. Niet gebonden door het prinicipe van die eet en die eet niet, bezochten we in Montréal verschillende culinaire plekken. Noedels met stokjes in de U&Me, vegetarisch per gewicht in Le Comensal, versgebrouwen bier, toast en salade in Les 3 Brasseurs, Mexicaans in Tres Amigos met mojito en burrito en tenslotte heerlijke en originele chocolade spijs en drank in Juliette&Chocolat.
vrijdag 21 december 2007
Hibernation
Vandaag begint officieel de winter…
Alle voorbereidingen zijn gemaakt, maar toch beginnen we niet aan een winterslaap tot ergens eind maart. We trotseren de natuurelementen.
Het appartement is er klaar voor:
- de beide terrassen zijn leeggemaakt
- in het kader van de deur tussen terras en living werd een groot vel bubbelfolie opgehangen als thermische barrière
- het oude raam in de living is afgeplakt met een speciale folie die de R-waarde met 90% zou verhogen
- een kleine ventilator werd onder de enige en kleine radiator van de living geplaatst om de convectie te vergroten en zo de warme lucht beter te verspreiden
- de radiatoren zijn ontlucht
- de huiseigenaars zullen ons nog een extra elektrische verwarming bezorgen
Anderzijds staat ons slaapkamerraam nog altijd op een kiertje…
De thermometer geeft nu een temperatuur aan van circa -15°C maar het zou in januari-februari nog erger worden. Hierbij is het Windchill-effect niet meegerekend, wat wil zeggen dat de gevoelstemperatuur dan soms -30°C is. En aangezien Ottawa een vochtig continentaal klimaat heeft, mogen we uitkijken naar een zomer met temperaturen van 25 à 30°C of meer.
De eerste sneeuw viel in Ottawa op 21 november. Maar eigenlijk mag je nooit zomaar “sneeuw” zeggen tegen sneeuw. Er zijn ongelooflijk veel soorten winterse neerslag. Het zou nu ook een winter zijn met ontzettend veel sneeuw, die ook nog eens heel vroeg gevallen is. Een doorgewinterde sneeuwruimer vertelde me dat het sinds de jaren 70 geleden is dat er al zoveel sneeuw ligt in december. Verder is het ook heel opmerkelijk hoe de gradaties van sneeuwval aangekondigd worden:
- light snow: enkele centimeters
- heavy snow: enkele tientallen centimeters
- snow storm: dat wil je niet meemaken...
Hierbij onze sneeuwstatistiek in Ottowa tot nog toe.
Als het sneeuwt en vaak gebeurt dat ’s nachts, dan begint de ochtend met sneeuwpret. Men maakt eerst en vooral het pad van huis naar voetpad vrij met een grote schep. Iedereen doet dit heel plichtsbewust want anders kan je niet meer over de “berg werk” zien. De volgende taak is het sneeuwvrij maken van de wagen, meestal lukt het met een ijskrabber-borstel (het is dus geen auto-inbreker die je ziet), maar in het ergste geval moet de auto echt uitgegraven worden (het is tweemaal hetzelfde type auto).
Ook in de stad is men goed voorbereid. Men heeft een compleet systeem ontwikkeld om de sneeuw te verwijderen. Eerst doet men de hoofdstraten en nadien komen de minder belangrijke straten en trottoirs aan bod. Aangezien sneeuwruimen een langzame en dure operatie is, moet je de straten meestal als volgt voorstellen: een voetpad, een berm van sneeuw, een geruimde rijstrook en een besneeuwde parkeerzone tot bordjes de komst verraden van de sneeuwblower. Let ook op de gele stang aan de brandbluspaal, zodat men hem weet staan als hij door sneeuw bedolven zou worden.
Er bestaan een aantal soorten sneeuwruimers:
- de sneeuwruimer voor het voetpad: een kleine sneeuwruimer die net op het brede voetpad past, met vooraan een schrapper en achteraan een zoutstrooier.
- de sneeuwruimer voor de straat: een reusachtig speciaal ontworpen gedrocht voor het sneeuwruimen met een grote sneeuwploeg ofwel een 4x4 met een schraper opgemonteerd.
- de sneeuwblower: deze geheimzinnige machine ruimt de "muren van sneeuw" tussen de straat en het voetpad op. We hebben hem toch gezien hoewel hij normaal enkel tussen 19u en 7u ingezet wordt.
De opmerkzame mens stelt zich nu de vraag: Wat gebeurt er nu met die sneeuw na de sneeuwblower? Wel de sneeuw wordt in grote camions geladen en weggevoerd naar een zogenaamde “snow dump”. Dat is een plek waar de sneeuw gestort wordt en dan opgespoten wordt met een krachtige blower (tot 200m zei mijn doorgewinterde sneeuwruimer) tot een berg sneeuw. Als de dooi zich inzet, smelt alles weg en het smeltwater wordt via de waterwegen afgevoerd. Want dat is het uiteindelijke doel van die grote schijnbare nutteloze verplaatsing van sneeuw: ervoor zorgen dat de stad niet "overstroomt".
Het valt op dat iedereen zich eigenlijk heel gemakkelijk aan de winterse condities aanpast. De fietsers zijn uit het straatbeeld verdwenen. De meeste mensen pendelen nu met de bus of de wagen, wat tot spitsuurfiles leidt. Sommigen hebben natuurlijk hun fiets niet tijdig binnengezet, of hun auto stond geparkeerd terwijl een sneeuwruimer langskwam. Onze huiseigenaar is wel voorzienend. Het kantoor van ME is immers de trotse bezitter van de grootste ijspegel aan de dakrand. Deze stalagtiet is momenteel ongeveer 3 m lang en er werd daarom een plakkaatje "danger falling ice" ondergezet.
En laat ik afsluiten met een bedenking. Zelfs al is de winter nog zo koud en zorgen sneeuw en ijs voor ongemak, het is en blijft volop genieten onder het witte pak. Zeker als ik die arme ouders zie die hun kinderen in sleetjes voorttrekken of door de sneeuw ploeteren. En anders kan je als alternatief in deze dagen toch troost blijven vinden in het likken van een ijsje…
Alle voorbereidingen zijn gemaakt, maar toch beginnen we niet aan een winterslaap tot ergens eind maart. We trotseren de natuurelementen.
Het appartement is er klaar voor:
- de beide terrassen zijn leeggemaakt
- in het kader van de deur tussen terras en living werd een groot vel bubbelfolie opgehangen als thermische barrière
- het oude raam in de living is afgeplakt met een speciale folie die de R-waarde met 90% zou verhogen
- een kleine ventilator werd onder de enige en kleine radiator van de living geplaatst om de convectie te vergroten en zo de warme lucht beter te verspreiden
- de radiatoren zijn ontlucht
- de huiseigenaars zullen ons nog een extra elektrische verwarming bezorgen
Anderzijds staat ons slaapkamerraam nog altijd op een kiertje…
De thermometer geeft nu een temperatuur aan van circa -15°C maar het zou in januari-februari nog erger worden. Hierbij is het Windchill-effect niet meegerekend, wat wil zeggen dat de gevoelstemperatuur dan soms -30°C is. En aangezien Ottawa een vochtig continentaal klimaat heeft, mogen we uitkijken naar een zomer met temperaturen van 25 à 30°C of meer.
De eerste sneeuw viel in Ottawa op 21 november. Maar eigenlijk mag je nooit zomaar “sneeuw” zeggen tegen sneeuw. Er zijn ongelooflijk veel soorten winterse neerslag. Het zou nu ook een winter zijn met ontzettend veel sneeuw, die ook nog eens heel vroeg gevallen is. Een doorgewinterde sneeuwruimer vertelde me dat het sinds de jaren 70 geleden is dat er al zoveel sneeuw ligt in december. Verder is het ook heel opmerkelijk hoe de gradaties van sneeuwval aangekondigd worden:
- light snow: enkele centimeters
- heavy snow: enkele tientallen centimeters
- snow storm: dat wil je niet meemaken...
Hierbij onze sneeuwstatistiek in Ottowa tot nog toe.
Als het sneeuwt en vaak gebeurt dat ’s nachts, dan begint de ochtend met sneeuwpret. Men maakt eerst en vooral het pad van huis naar voetpad vrij met een grote schep. Iedereen doet dit heel plichtsbewust want anders kan je niet meer over de “berg werk” zien. De volgende taak is het sneeuwvrij maken van de wagen, meestal lukt het met een ijskrabber-borstel (het is dus geen auto-inbreker die je ziet), maar in het ergste geval moet de auto echt uitgegraven worden (het is tweemaal hetzelfde type auto).
Er bestaan een aantal soorten sneeuwruimers:
- de sneeuwruimer voor het voetpad: een kleine sneeuwruimer die net op het brede voetpad past, met vooraan een schrapper en achteraan een zoutstrooier.
- de sneeuwruimer voor de straat: een reusachtig speciaal ontworpen gedrocht voor het sneeuwruimen met een grote sneeuwploeg ofwel een 4x4 met een schraper opgemonteerd.
- de sneeuwblower: deze geheimzinnige machine ruimt de "muren van sneeuw" tussen de straat en het voetpad op. We hebben hem toch gezien hoewel hij normaal enkel tussen 19u en 7u ingezet wordt.
Het valt op dat iedereen zich eigenlijk heel gemakkelijk aan de winterse condities aanpast. De fietsers zijn uit het straatbeeld verdwenen. De meeste mensen pendelen nu met de bus of de wagen, wat tot spitsuurfiles leidt. Sommigen hebben natuurlijk hun fiets niet tijdig binnengezet, of hun auto stond geparkeerd terwijl een sneeuwruimer langskwam. Onze huiseigenaar is wel voorzienend. Het kantoor van ME is immers de trotse bezitter van de grootste ijspegel aan de dakrand. Deze stalagtiet is momenteel ongeveer 3 m lang en er werd daarom een plakkaatje "danger falling ice" ondergezet.
Abonneren op:
Posts (Atom)